De golfgoden verzocht? | 22 juni 2017
- door Mbs
- •
- 11 mrt, 2018
De laatste zin van mijn vorige post – “Dus kom maar op met die tas!” – is afgelopen woensdag nog niet getikt, of de golfwereld schudt op haar grondvesten. “Lefty and Bones part ways” luidt de kop van het meest gelezen bericht op vrijwel elke Amerikaanse golfsite. Na vijfentwintig jaar lief en leed op én buiten de golfbaan te hebben gedeeld, vinden Phil Mickelson (Lefty, 47) en zijn caddie Jim Mackay (Bones, 52) de tijd rijp voor verandering; aldus het relevantste deel van hun gemeenschappelijke verklaring.
Golfkenners weten onmiddellijk wat dat betekent: er komt iemand anders ‘op’ Phil’s tas. Nou wisselen caddies van spelers(bazen) met een snelheid, die Max Verstappen met enige jaloezie vervult, dus waarom is deze breuk zo bijzonder? Omdat het om Lefty en Bones gaat.
Phil Mickelson behoort tot de beste – en anders zeker tot de creatiefste – golfers die Amerika heeft voortgebracht. Phil’s spel op en rond de green is fenomenaal en grenst aan magie. Daar is iedereen het over eens. Maar als je in je professionele loopbaan – die niet geheel toevallig op de kop af een kwart eeuw beslaat – eenenveertig keer op het Amerikaanse profcircuit wint, en passant vijf majortitels binnenhaalt en in totaal tweeëntwintig keer voor je land uitkomt in de Presidents en de Ryder Cup, dan ben je veel meer dan een baltovenaar.
Phil is ‘a player’ en houdt wel van een gokje (ook buiten de baan, maar dat gaat het bestek van deze post te buiten). Phil is groots in overwinningen én in nederlagen. De bekendste ongetwijfeld die in The US Open op Winged Food in 2006. Op de allerlaatste hole gaat Phil fier aan de leiding. Zijn afslag zwaait af en belandt ver en diep in de linker rough. Dat hoeft geen probleem te zijn, als je je tweede slag maar met beleid uitvoert. (Vanaf) daar gaat het mis. Lang verhaal kort: Phil wordt tweede en spreekt na afloop de memorabele woorden: “I am such an idiot”.
Nou komt een beetje dom in de beste families voor, maar hier ligt een trauma op de loer. Inmiddels is Phil zes keer runner-up in The US Open. Voor Amerikanen – na de Masters – vermoedelijk de meest prestigieuze van de vier majors. Van de andere drie prijkt de trofee in Phil’s prijzenkast. De kans dat Phil The US Open wint, wordt met het jaar kleiner. Helemaal nu. Niet alleen vanwege zijn oplopende leeftijd, maar ook door het vertrek van Bones.
Bones is het toonbeeld van een hyperprofessionele caddie en draagt sinds 1992 Phils’ tas. Gaandeweg de jaren leert Bones zijn pappenheimer beter kennen. Ook diens voorliefde voor een gokje. Bones bedingt bij Phil een vetorecht. Eenmaal per jaar mag Bones beslissen, als Phil en hij het niet eens worden over de clubkeuze. Blijkbaar was dat vetorecht in 2006 op Winged Food al ‘opgesoupeerd’. Het kan verkeren.
Als Phil en Bones tijdens een wedstrijd bespreken welke club Phil gaat gebruiken, sluipt elke geluidsman dichterbij. Die gesprekken, over de afstand tot de vlag, de windrichting, het gevoel van de dag en de balvlucht, hebben soms iets poëtisch en zijn altijd informatief. Commentatoren en kijkers zijn er dol op. Zij en ik gaan dat onherroepelijk missen.
Tot het einde van dit jaar caddiet Phil’s broer Tim voor hem. Bones houdt zijn kaarten nog tegen de borst. In de wetenschap dat vijf tot tien procent van Phil’s prijzengeld (in totaal een slordige vierentachtig miljoen dollar) op Bones’ bankrekening is bijgeschreven, vermoed ik dat hij in alle rust naar een nieuwe tas omziet.
Wordt vervolgd.