Maggie's (Golf)Momenten

Vol goede moed en met de kap van mijn Mini omlaag, tour ik zondag 24 juni naar de Lochemse. Ik heb ik mijn schoenen gepoetst, mijn clubs schoongemaakt en een blauw-witte Severiano Ballesteros-outfit aangetrokken. Uiteraard ontbreken de oranje accenten niet. Ik ben er klaar voor. Waarvoor, vraag je je af? Voor de wedstrijd om de Rabo Wisseltrofee 2018. Die biedt namelijk kans om een van mijn doelen van dit jaar te verwezenlijken: mijn naam op een bordje in het clubhuis.
De wedstrijdleiding heeft de touwtjes strak in handen (chapeau) en loodst de drieëntachtig deelnemers – negen meer dan vorig jaar; een goede ontwikkeling – vakkundig door de baan, die er overigens prachtig bijligt. Ik speel met de twee J’s: Jan en Jim en dat is een waar genoegen. Hoewel ik best in de gaten heb dat ik mijn hoofd erbij houd en weinig fouten maak, begrijp ik na het invoeren van mijn kaart pas wat dat precies waard is.
Net als Willem S. blijk ik veertig Stablefordpunten bij elkaar te hebben gespeeld. Omdat mijn tweede negen iets beter is dan die van Willem, mag ik uit handen van Lars Vlutters de Rabo Wisseltrofee in ontvangst nemen. Mission accomplished en dat is een buitensporig goed gevoel.
Zoals ik in mijn speech heb aangehaald, maar hier zekerheidshalve herhaal, dank ik Rabobank voor haar ‘title sponsorship’. Ik kom in 2019 graag terug om mijn titel te verdedigen!

Machteld Bruins Slot (1967), lid van de Lochemse Golfclub en sinds anderhalf decennium verslingerd aan golf.
Zelfs nu mijn handicap zich in de verkeerde richting beweegt – van 4,1 in 2008 toen ik op Curaçao een ‘golfbaan’ had, naar 8,8 bij de geboorte van mijn blog – blijft golf mij fascineren. Met veel plezier volg ik de golfwereld op de voet. De tijd is aangebroken om de driebal van mijn grootste hobby’s: golf, schrijven en fotograferen de baan in te sturen en hun belevenissen toe te vertrouwen aan het world wide web.
Wat staat jullie te wachten?
Een scala aan golfgerelateerde zaken. Van nieuwtjes over (inter)nationale spelers en wedstrijden, via gespeelde banen in binnen- en buitenland, door naar de regels, op naar leesvoer/filmpjes om te eindigen met een inkijkje in mijn eigen (golf)leven. Dat deel ik met Diderik; lid van de Nederlandse Heren Senioren Selectie en begenadigd golfer.
Wie wil ik bereiken?
Nederlands(talig)e golfers. Voor de ideebepaling: de Nederlandse Golffederatie (NGF) heeft bijna vierhonderdduizend leden. Voeg daarbij dat niet elke golfer NGF-lid is en mijn potentiële publiek groeit. Dat klinkt te mooi om waar te zijn en dat is het ook.
Allereerst is mijn doelgroep verre van homogeen. De onderlinge verschillen in kennis-/speelniveau zijn enorm. Ziedaar mijn eerste beproeving. Ik laveer tussen laagdrempelig, om beginnende golfers aan mij te binden, en voldoende inhoud/niveau, om goede spelers niet van mij af te keren.
Mijn tweede uitdaging schuilt erin, dat ik vrouw ben. In de golfwereld behoor ik daarmee tot een minderheid. In Nederland is de man-/vrouwverhouding onder golfers 67%/33% [1] en bestaat het perskorps vrijwel geheel uit mannen. Dat schrikt mij niet af. Sterker: als blogger slaag ik pas als mannen én vrouwen mij (blijvend) volgen.
Let’s play!
M 8 eld
[1] Anno 2015 (bron: GOLF.nl Weekly | 31 mei 2017).

'Dan verzin je er maar één', bijt de hoofdredacteur van Fore!
mij toe voordat hij ophangt. Ons telefoongesprek begint aardig. Fore!
bestaat deze zomer tien jaar. Voor de hoofdredacteur aanleiding om alle
redactiemedewerkers iets te laten schrijven. 'Leuk idee' denk ik, in de
veronderstelling dat die stukjes over golf zullen gaan; we zijn immers een
golftijdschrift. Al snel blijkt, dat ik een column dien aan te leveren over
mijn lievelingslied. Mijn wat Pavlovachtige reactie: 'Maar dat heb ik helemaal
niet', maakt geen indruk. Sterker: die wekt irritatie en leidt tot het in de
openingszin aangehaalde citaat.
Even overweeg ik het lievelingslied van mijn favoriete golfer Rory McIlroy te adopteren. Dan bedenk ik mij, dat hij Stevie Wonder liet invliegen voor zijn recent voltrokken huwelijk. Dat zie ik niet.
Ik spreek mijzelf vermanend toe. Hoezo heb ik geen lievelingslied? Ik heb toch ook een lievelingskleur: oranje. En een lievelingsgetal: acht, maar oké dat is logisch als je Machteld heet. Deze zelfreflectie ten spijt, duurt het vrij lang voordat ik weet – of eigenlijk besluit; de deadline nadert – wat mijn lievelingslied is. Ik groei niet op met muziek. In ons gezin bespeelt niemand een instrument. Er is een stereotoren in de zitkamer, maar die staat zelden aan. Ik herinner mij dat wij kinderen een eigen rood pick-upje hebben, waarop wij singletjes draaien. Geen idee wat het eerste plaatje is, dat ikzelf koop. Ik weet wel dat mijn platen-/cd-collectie altijd klein blijft. Vandaag maakt dat mijn situatie gelukkig alleen maar overzichtelijk(er).
Ik zit op mijn knieën voor mijn cd-kastje. Onwillekeurig valt mijn oog op het album The Stranger van Billy Joel. Het hoesje vermeldt ©1977. Dat jaar ben ik tien en heb geen flauwe notie wie Billy Joel is. Veertig jaar na dato is dat anders, getuige ook het aantal cd’s dat ik van Billy Joel heb. Vijf; meer dan van welke andere artiest ook.
Mijn blik glijdt over de nummers op The Stranger . Ik zie op zeven – jammer, geen acht – “She’s always a woman”. Dan veer ik op. Opeens zit ik weer in onze Australische huurauto en zing ik dát nummer uit volle borst mee. Als ik eerlijk ben, heb ik altijd een beetje het gevoel dat Billy Joel over mij zingt. Onzin natuurlijk; hij kent mij helemaal niet. Ook overigens best vreemd, want Billy Joel bezingt een vrouw die bepaald niet aardig is. Vrij vertaald, steelt, liegt en bedriegt zij, dat het een lieve lust is. Desondanks herhaalt Billy Joel tot viermaal toe “She’s always a woman to me”. Prachtig die vergevingsgezindheid.
Terwijl ik naar mijn MacBook sprint om te bevallen van deze column, struikel ik over een golfclub die in onze keuken slingert. Terwijl ik onderuit ga, schiet de titel van het zesde nummer op The Stranger door mijn hoofd: “Only the good die young”. Dat zal toch niet?